Overslaan en naar de inhoud gaan

Erfelijke aanleg voor kanker

Kanker is niet één ziekte. Er zijn meer dan 100 verschillende soorten kanker. Een ding is hetzelfde: bij alle kankers is de rem op de groei van de cellen kapot. De cellen stoppen niet met groeien en delen, ook niet als er genoeg cellen zijn. Hierdoor ontstaat een tumor, dit heet ook wel gezwel. Een tumor kan het gezonde weefsel eromheen wegdrukken. Een tumor kan kwaadaardig of goedaardig zijn. Kanker heeft niet altijd een tumor, bijvoorbeeld bij bloedkanker. De kankercellen zitten dan los in het bloed.

Kwaadaardige tumor

Als iemand een kwaadaardige tumor heeft, is het kanker. Soms gebruiken dokters het woord maligne of maligniteit hiervoor.
Kwaadaardige tumoren kunnen binnendringen in weefsels er omheen. En er kunnen cellen van zo’n tumor (kankercellen) losraken. Deze cellen kunnen via het bloed en/of weefselvloeistof (lymfe) ergens anders in het lichaam terechtkomen.
Daar kunnen ze ook uitgroeien tot kwaadaardige tumoren. Dit zijn uitzaaiingen. Dokters noemen dit ook wel metastasen.

Goedaardige tumor

Een goedaardige tumor is geen kanker. Soms noemen artsen dit een benigne tumor.
Een goedaardige tumor dringt niet binnen in andere weefsels. Het zaait ook niet uit naar andere delen van het lichaam. Toch kunnen ze problemen geven. Bijvoorbeeld als ze tegen weefsels, organen of zenuwen er om heen drukken. Een goedaardige tumor kan soms wel kwaadaardig worden.

Oorzaken

Kanker ontstaat door verschillende oorzaken. Bijvoorbeeld door roken, te veel zonlicht of schadelijke stoffen.

Bij 5% van de mensen met kanker, is een erfelijke aanleg de belangrijkste oorzaak. Zij hebben een afwijking in een gen waardoor de kans op één bepaalde vorm van kanker veel groter is. Of ze hebben kans op een bepaalde combinatie van kankersoorten. Niet iedereen met zo’n erfelijke aanleg voor kanker, krijgt kanker. Het kan dan lijken alsof de ziekte een generatie heeft overgeslagen.

Soms komt in een familie kanker vaak en op jonge leeftijd voor, terwijl er geen afwijking in de genen (mutatie) gevonden is. Misschien is er een groter risico op kanker in de familie, vooral voor ouders, broers, zussen en kinderen. Dit noemen we familiaire aanleg voor kanker. Je kunt niet onderzoeken of iemand de aanleg heeft, omdat er geen mutatie is die deze kanker veroorzaakt.

Soorten (aanleg voor) kanker

Soms is er een bepaalde combinatie van soorten kanker in een familie. Dat kan bijvoorbeeld bij een erfelijk (tumor)syndroom. Hierbij kunnen ook goedaardige tumoren ontstaan.

Bij een erfelijke aanleg voor kanker komt de kanker vaak ook op jongere leeftijd dan niet-erfelijke kanker. Dit kan dan ook reden zijn voor voorspellend DNA-onderzoek.

ALLES SLUITEN