Longfibrose
Longfibrose is een ziekte van de longen. Iemand krijgt littekenweefsel in de longen en daardoor worden die stijf. Meestal krijgt iemand het dan benauwd en gaat hoesten. En het lukt dan steeds minder goed om iets vol te houden. Soms krijgt iemand bolle nagels aan de handen en aan de voeten. De vingertoppen kunnen ook dikker zijn. Dat heet horlogeglasnagels en trommelstokvingers.
Soms heeft iemand met longfibrose een eerste- of tweedegraads familielid die het ook heeft. Eerstegraads familieleden zijn je ouders, broers en zussen en je kinderen. Tweedegraads familielieden zijn je grootouders, ooms en tantes, je kleinkinderen en de kinderen van je broers en zussen.
Dan zeggen we dat iemand familiaire longfibrose (FPF) heeft. Bij FPF kan er een erfelijke aanleg voor longfibrose in de familie voorkomen.
Bij een erfelijke aanleg voor longfibrose heeft iemand een afwijking in een gen. Er zijn verschillende van die afwijkingen in genen bekend. Het verschilt per afwijking hoe groot de kans is om longfibrose te krijgen. Ook van persoon tot persoon verschilt die kans.
Redenen om aan een erfelijke aanleg voor longfibrose te denken zijn:
- Iemand heeft eerste- of tweedegraads familieleden met longfibrose
- Iemand heeft andere kenmerken die kunnen passen bij een erfelijke aanleg voor longfibrose, zoals een bepaalde vorm van longkanker
- Iemand krijgt longfibrose, zonder een bekende oorzaak, voor de leeftijd van 50 jaar
Een volwassene met FPF leeft gemiddeld nog 2 tot 7 jaar nadat de ziekte vastgesteld is.
Longfibrose kan ook één van de kenmerken zijn van een erfelijke ziekte. Bijvoorbeeld van het Hermansky-Pudlak syndroom of dyskeratosis congenita.
Iemand kan ook longfibrose krijgen door:
- een auto-immuunziekte, zoals reumatoïde artritis of scerlodermie
- na bepaalde infecties van de longen
- het inademen van schadelijke stoffen, zoals asbest of sommige metaaldeeltjes
- het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals bepaalde chemotherapie of medicijnen tegen hartritmestoornissen
Als de oorzaak van de longfibrose niet bekend is, wordt het idiopatische longfibrose (IPF) genoemd.
Heb je een vraag? erfolijnerfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Mail%20ons%20uw%20vraag%3B%20binnen%205%20werkdagen%20ontvangt%20u%20een%20antwoord.%20%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A%20%0A) (Mail) ons.
-
Andere namen voor deze ziekte
Pulmonary fibrosis
-
Hoe wordt deze ziekte vastgesteld?
Een dokter kan aan longfibrose denken als iemand kenmerken heeft zoals die hierboven staan.
Of iemand longfibrose heeft kan vastgesteld worden door verschillende onderzoeken van de longen te doen. Zoals longfunctieonderzoek, een bronchoscopie en een CT-scan. Een longarts beslist welke onderzoeken er bij iemand gedaan worden.
Soms kan door DNA-onderzoek te doen worden bepaald of iemand een erfelijke aanleg heeft voor longfibrose.
-
Is er behandeling voor deze ziekte?
Longfibrose kan niet genezen. Mensen met longfibrose krijgen meestal medicijnen die ervoor zorgen dat er minder littekenweefsel in de longen groeit. Ook andere ondersteuning is mogelijk. Soms kan iemand een longtransplantatie krijgen.
Kijk voor meer informatie over behandelingen op de website van de Longfibrose patiëntenvereniging.
Familieleden van iemand met longfibrose door een erfelijke aanleg kunnen verschillende controle onderzoeken krijgen. De huisarts kan je een verwijzing geven naar een afdeling klinische genetica. Daar kun je meer informatie en adviezen krijgen.
-
Hoe vaak komt het voor?
Ongeveer 3.000 mensen in Nederland hebben longfibrose. We weten nog niet hoe vaak een erfelijke aanleg voor longfibrose voorkomt.
-
Wat is de oorzaak van deze ziekte?
Een oorzaak van een erfelijke aanleg voor longfibrose is een afwjking een gen. Bijvoorbeeld in het TERT-gen of het SFTPC-gen. Het TERT gen ligt op chromosoom 5, op de korte (p) arm, op plek 15.33 (5p15.33).
Het SFTPC gen ligt op chromosoom 8, op de korte (p) arm, op plek 21.3 (8p21.3).De afwijkingen in deze genen zorgen waarschijnlijk voor de klachten. Maar waarschijnlijk zijn er nog meer dingen nodig om longfibrose te krijgen. Bijvoorbeeld: (mee)roken, bepaalde stoffen die in de lucht kunnen zitten en het gebruik van bepaalde medicijnen.
Er wordt nog onderzoek gedaan naar afwijkingen in genen die de oorzaak zijn van een erfelijke aanleg voor longfibrose.
-
Is deze ziekte erfelijk?
Nee, longfibrose is niet erfelijk.
Maar soms heeft iemand er wèl een erfelijke aanleg voor.
Die aanleg kan op verschillende manieren erfelijk zijn. Vaak is het autosomaal dominant erfelijk. Soms is het autosomaal recessief of X-gebonden erfelijk.Iemand kan ook de eerste in de familie zijn met de erfelijke aanleg voor de ziekte. Dan is de verandering in het gen bij die persoon ontstaan (nieuwe afwijking).
Maar waarschijnlijk zijn er nog meer dingen nodig om ook longfibrose te krijgen. Zie ‘Wat is de oorzaak van deze ziekte?
-
Kinderwens
Komt in je familie longfibrose met een erfelijke oorzaak voor? En willen jullie een kind? Dan hebben jullie misschien verschillende keuzes. Je kunt erover praten met je dokter. Als het nodig is kan hij of zij je verwijzen naar een erfelijkheidsarts. Het gesprek over de verschillende keuzes kun je voorbereiden.
Heb je longfibrose en willen jullie zwanger worden? Dan kun je dat bespreken met je dokter, voordat jullie zwanger worden. Dat geldt voor mannen en vrouwen, want sommige medicijnen kunnen schadelijk zijn.
Je dokter kan je informatie op maat geven.
Meer informatie vind je in Diagnose Longfibrose en dan... , een brochure van de Longfibrosepatiënten Nederland. -
Meer info voor patiënten
- Wat is longfibrose?Informatie van de Longfibrose Patiëntenvereniging. Ook voor lotgenotencontact.
- LongfibroseInformatie van het Longfonds
- Idopathic pulmonary fibrosis (MedlinePlus Genetics)Informatie in het Engels
- Idiopathic pulmonary fibrosis (Genetic and Rare Diseases Information Center)Informatie in het Engels, met een overzicht van hoe vaak bepaalde kenmerken voorkomen
-
Meer info voor artsen
- Idiopathische pulmonale fibrose (Orphanet)
- Interstitiële longziekte door SP-C-deficiëntie (Orphanet)
- Neonatale acute ademnood als gevolg van SP-B-deficiëntie (Orphanet)
- Primaire interstitiële longziekte specifiek voor de kinderjaren door pulmonale surfactanteiwitanomalieën (Orphanet)
- Pulmonary Fibrosis Predisposition Overview (GeneReviews)
- Pulmonary fibrosis and/or bone marrow failure syndrome, telomere-related (OMIM)Fenotypische serie
- Surfactant metabolism dysfunction, pulmonary (OMIM)Fenotypische serie
-
Expertisecentra
- Expertisecentra specifiek voor deze aandoening:
-
- ILD Expertisecentrum
- Longcentrum
- Koekoekslaan 1
- 3435 CM NIEUWEGEIN
- +31 (0)88 320 1400
- longziekten@antoniusziekenhuis.nl
- Orpha.net Expertlink
-
- Academisch Expertisecentrum voor Interstitiële Longziekten
- Erasmus MC - Erasmus Medisch Centrum
- Dr. Molewaterplein 40
- 3015 GD ROTTERDAM
- +31 (0)10 704 0704
- info@erasmusmc.nl
- Orpha.net Expertlink
- De expertisecentra hieronder richten zich op de groep van aandoeningen waar de aandoening onder valt, of op kenmerken die bij de aandoening kunnen horen:
-
- OLVG-Amsterdam UMC Expertisecentrum voor Idiopathische Interstitiële Pneumonie
- Polikliniek Longgeneeskunde
- Oosterpark 9
- 1091 AC AMSTERDAM
- +31 (0)20 510 8892
- longgeneeskunde@olvg.nl
- Orpha.net Expertlink
-
- OLVG-Amsterdam UMC Expertisecentrum voor Idiopathische Interstitiële Pneumonie
- Amsterdam UMC
- Meibergdreef 9
- 1105 AZ AMSTERDAM
- +31 (0)20 566 9111
- ecza@amsterdamumc.nl
- Orpha.net Expertlink
-
- Amsterdam UMC Expertisecentrum voor Interstitiële Longziekten
- Amsterdam UMC
- Meibergdreef 9
- 1105 AZ AMSTERDAM
- +31 (0)20 566 9111
- ecza@amsterdamumc.nl
- Orpha.net Expertlink
-
Updatedatum
14 augustus 2025