Translocatie
Bij sommige chromosoomafwijkingen zijn stukjes chromosoom van plaats verwisseld. Dat noemen we een translocatie. Er zijn 2 soorten translocaties.
Reciproke translocatie
Bij een reciproke translocatie hebben twee chromosomen stukjes uitgewisseld. Dan zijn er delen van twee verschillende chromosomen afgebroken. Het deel van het ene chromosoom is op het andere chromosoom terecht gekomen en omgekeerd. Die delen zijn dus van plaats gewisseld.
Meer informatie over reciproke translocatie vind je in het Informatieblad geschreven door erfelijkheidsartsen.
Robertsoniaanse translocatie
Bij een Robertsoniaanse translocatie is één chromosoom vastgehecht aan een ander chromosoom.
Als door de translocatie de hoeveelheid materiaal op de chromosomen even groot is als normaal, dan merk je er meestal niets van. Dit heet een gebalanceerde translocatie. Maar wanneer iemand met zo’n translocatie een kind krijgt, kan dit gevolgen hebben. Het kind heeft dan kans op een te grote of te kleine hoeveelheid materiaal op de chromosomen; dit noemen we een ongebalanceerde translocatie. Dit kan gezondheidsproblemen geven of tot een miskraam leiden. De kans hierop hangt af van de soort translocatie.
Meer informatie over Robertsoniaanse translocatie vind je in het Informatieblad geschreven door erfelijkheidsartsen.