Overslaan en naar de inhoud gaan

Chronische granulomateuze ziekte

Bij iemand met chronische granulomateuze ziekte werkt het deel van de afweer niet goed dat beschermt tegen bacteriën en schimmels. De oorzaak is een afwijking in een gen.

Je afweer beschermt je tegen ziekteverwekkers. Die kunnen soms voor infecties zorgen. Ziekteverwekkers zijn bijvoorbeeld bacteriën en schimmels.

Omdat bij chronische granulomateuze ziekte een bepaald deel van de afweer niet goed werkt, heeft iemand met deze ziekte regelmatig infecties door bacteriën en schimmels. Die beginnen meestal op de kinderleeftijd, maar soms pas als iemand volwassen is.

Mensen met chronische granulomateuze ziekte krijgen zo om de 3 of 4 jaar één of meer erge infecties. Meestal hebben ze longontsteking. Dan kan iemand koorts hebben en/of het benauwd hebben. Verder hebben ze vaker infecties in de huid, de lever en de lymfeklieren.

Ook op andere plekken in het lichaam kan iemand ontstekingen krijgen. Bijvoorbeeld in de maag, darmen, nieren, blaas of in de voortplantingsorganen. Daar kunnen dan granulomen ontstaan. Een granuloom is een hoopje cellen die een rol spelen bij de afweer. Door die granulomen kunnen die organen beschadigen. Door de ontsteking van de darmen kan iemand buikpijn hebben. Iemand kan ook diarree of bloed in de poep hebben. Soms is iemand misselijk of geeft over. Soms ontstaan er holtes met pus (abcessen) in de darmen. Sommige mensen krijgen ontstekingen in de mond en keel.

Soms krijgt iemand ook ontstekingen in de lymfeklieren en de botten. Dan kan de afweer nog slechter gaan werken. Dat komt omdat in deze organen cellen worden gemaakt die een rol spelen bij de afweer.

Meestal worden mensen met chronische granulomateuze ziekte minder oud. Dat kan komen omdat ze regelmatig verschillende erge infecties hebben gehad.

Heb je een vraag? erfolijnaterfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Mail%20ons%20uw%20vraag%3B%20binnen%205%20werkdagen%20ontvangt%20u%20een%20antwoord.%20%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A%20%0A) (Mail) ons.

ALLES SLUITEN